VS werkloosheid onder 5%, maar de vlag kan niet uit

Je zou verwachten dat in de VS met een werkloosheid van 4,9% er alle reden tot juichen is. Het laagste niveau sedert acht jaren werd immers bereikt. Veel economen menen dat de werkloosheid hoe dan ook niet veel lager kan worden dan 5%. Maar toen afgelopen vrijdag dat nieuws bekend werd, zakten de beurzen en was het commentaar somber. Zoals zo vaak zat het probleem in de details. Wat gaat er mis?
Arbeidsparticipatie
In de VS werkt slechts 62,8% van de volwassenen. Zo’n 15 jaar geleden was dit nog iets meer dan 67%. Dit wordt veroorzaakt door langer studerende jongeren, pensionering van babyboomers, maar helaas ook door steeds meer drop-outs. Rond 2,6 miljoen Amerikanen willen wel werken, maar hebben het opgegeven een baan te vinden. En dan is er ook nog een groeiende groep arbeidsongeschikten door ziekte. Daarmee zit de arbeidsparticipatie op het niveau van eind jaren zeventig, toen nog veel vrouwen niet werkten. Een achterblijvende arbeidsparticipatie is een onbalans in de economie die zijn negatieve uitwerking heeft op inkomensverschillen en maatschappelijke problemen. Bovendien is het onbenut laten van arbeidspotentieel natuurlijk een rem op de welvaart.
Langdurige werkloosheid
Een tweede factor die reden tot zorg geeft, is het nog steeds hoge aantal werkzoekenden dat al langer dan een half jaar werkloos is. Bijna een derde deel van de werkloze Amerikanen is langdurig werkloos. Dat is tweemaal zoveel als in normale omstandigheden. De vrees bestaat dat velen van deze 2,1 miljoen langdurig werklozen uiteindelijk ook de hoop opgeven. Zij gaan dan behoren tot de groep van drop-outs die in armoe leven.
Bij een werkloosheid van minder dan 5% mag je een groei in salarissen verwachten van rond de 4% per jaar.
Salarissen blijven achter
Het derde negatieve punt betreft de salarissen. Bij een werkloosheid van minder dan 5% mag je een groei in salarissen verwachten van rond de 4% per jaar. Op dit moment is dit echter maar 2,5%. Daarmee belandt het inkomensniveau, gecorrigeerd voor inflatie, op dat van midden jaren negentig. Genoeg om van rond te komen, maar er is dus geen sprake van welvaartsgroei.
Pessimisme
Terwijl de Amerikanen toch te boek staan als rasoptimisten en doorzetters, lijkt de fut er uit te gaan. Maar liefst 57% van de Amerikanen denkt dat hun kinderen het slechter zullen hebben dan zijzelf. Het gevoel van recessie heerst vooral bij de lagere en midden klasse. Ondanks de redelijk lage werkloosheid en de, weliswaar bescheiden, economische groei, mist een groot deel van de Amerikanen het zelfverzekerde gevoel uit de tweede helft van de vorige eeuw. Dit vertaalt zich in een voorkeur voor presidentskandidaten die afwijken van het midden. Sanders, Cruz en Trump vinden gehoor bij degenen die ontevreden zijn. Men voelt zich door Washington in de steek gelaten. Men wijst op de groeiende ongelijkheid van inkomens en de slechte verdeling van goede banen over het land. Ongetwijfeld zal ook de internationale politieke onrust en onveiligheid een rol spelen. Zeker is dat de nieuwe president van de VS een flinke klus zal moeten klaren. De geplande renteverhogingen door de Federal Reserve lijken met deze cijfers ook weer op losse schroeven te staan.
Zeker is dat de nieuwe president van de VS een flinke klus zal moeten klaren
Copyright © 2019. Het laatste nieuws uit de financiële wereld en persberichten uit binnen- en buitenland Verantwoord Investeren
Heeft u ook wat te melden? Kom maar!